|
||||||||
“I hate the word fusion because it makes everyone think of unlistenable types of jazz. In my mind, the word means the blendinding of different kinds of elements into a particular kind of sounds” (Eric Goletz). Op zijn nieuwste album mengt trombonist/componist Eric Goletz funk, rock en jazzmuziek tot een uniek muzikaal mengsel. Met zijn trombone op de voorgrond en een ritme sectie met keyboards, gitaar, bas, drums en percussie, heeft zijn muziek geen vergelijkbare concurrentie in de hedendaagse jazzscene. “Growing up, I was highly influenced by funk and rock, and by the time I moved to New York, funk was very popular. As a composer, I wanted to mix the music I heard on the radio with the spirit of jazz. I also wanted to feature the trombone as the lead instrument in a fusion setting because there wasn’t a lot of that out there”, aldus Eric. Al in 1987-1988 stelde hij een groep samen om dit te bewerkstellen maar het duurde nog vele jaren voordat hij het geluid dat hij in zijn hoofd had uiteindelijk kon uitvoeren en toen was er de lockdown. Hij besloot om met de inmiddels gevormde groep van 6 muzikanten concerten te geven voor zijn buren vanuit zijn binnenplaats teneinde de muziek zijn uiteindelijke vorm en klank te geven. Uiteindelijk is dit album toch tot stand gekomen in twee sessies, een in augustus en een in november, tussen de twee sessies schreef Goletz de resterende nummers. Behalve Goletz op trombone zijn te horen Mitch Schechter op keyboard, Henry Heinitsh op el. gitaar, Mark Hagan op bas, steve Johns op drums en Joe Mowatt op percussie. Op twee nummers is er een 5-koppige blazersectie te horen : Vinnie Cutro (tpt), Freddie Maxwell (tpt), Bob Magnuson (as), Erick Storckman (tbn) en Jonathan Greenberg (bs tbn). Het wordt onmiddellijk duidelijk wat een uitstekende trombonist Goletz is als hij onbegeleid de cadens van het openingsnummer “Say What” neerzet met veel aplomb en virtuositeit. In dit nummer is ook een hoofdrol weggelegd voor Henry Heinitsh met een gierende gitaarsolo. “Mr. PC” is een van de drie nummers die niet zijn geschreven door Goletz, deze is natuurlijk van ene John Coltrane. In deze spetterende versie zijn ook de andere blazers te horen hetgeen de drive nog groter maakt. Het titelnummer “Into the night ”is met ruim 13 minuten het langste nummer op het album, maar het verveelt geen moment, een wervelend funky stuk dat voort dendert als een locomotief met superbe solo’s van gitaar en trombone en voort gestuwd door de ritme sectie. Dit moet life een hele belevenis zijn ! “After Hours” is niet het bekende bluesnummer geschreven door Avery Parrish maar een relaxte ballad. Even tussendoor, een van de mooiste versies van After Hours is van Ray Bryant op het album Sonny Side Up met Sonny Stitt, Sonny Rollins en Dizzy Gillespie (verplichte kost). “What is this thing called love” van Cole Porter ook met grote bezetting krijgt hier een ander tempo door het arrangement van Goletz wat de standard een geheel nieuw leven inblaast. “Oasis” is een briljant nummer van Goletz dat zich langzaam ontwikkelt als een lang crescendo en diminuendo. “Cat on the corner” heeft een “latin touch” en een vloeiende melodie en natuurlijk een virtuoze solo van Eric. Het album wordt afgesloten met “Lullaby” zoals de naam zegt een uiterst relaxed nummer geschreven door de Rippingtons, een jazz-pop groep opgericht door Russ Freeman in 1985. Heinitsh is hier te horen op de akoestische gitaar en Schechter (?) tovert wat viool geluiden uit zijn keyboard, een ietwat zoetig einde van een heerlijk album. Jan van Leersum
|
||||||||
|
||||||||